Yvonne Wittingen
Casper Porton, parttime docent Latijn, parttime ondernemer en fulltime onderwijsvernieuwer, leert zijn leerlingen de Latijnse taal en cultuur door veel Latijn te spreken tijdens zijn lessen.
Waarom onderwijs jij de Latijnse taal door Latijn te spreken?
“Hoewel ik op de middelbare school meer aanleg had voor de bèta-vakken, werd ik gegrepen door de Griekse en Latijnse talen. Daarbij vond ik het vanzelfsprekend dat ik tijdens de studie aan de universiteit de talen ook actief zou leren beheersen. Op dit punt kwam ik zeer bedrogen uit: op de universiteit wordt dit je niet meer onderwezen. Vanuit de behoefte om Latijn ook te kunnen spreken heb ik alles wat ik kon vinden over taalverwerving en het gebruiken van taal gelezen. Op de universiteit word je opgeleid tot wetenschapper, maar juist het omgaan met leerlingen, het overbrengen van kennis en de didactiek vind ik zeer interessant. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat taalverweving het makkelijkste en beste gebeurt door naar een taal te luisteren. Zodoende ben ik gestart met het geven van lessen Latijn in het Latijn.”
“Op dit punt kwam ik zeer bedrogen uit: op de universiteit wordt dit je niet meer onderwezen.”
Is het spreken van Latijn voor jou het uiteindelijke doel?
“Nee, het spreken van Latijn is een middel om uiteindelijk de Latijnse teksten beter te begrijpen en direct van links naar rechts te kunnen lezen. Spreken is geen doel voor de leerling, maar wel voor de docent die deze didactiek wil toepassen. Met een actieve beheersing van de taal kun je als docent de lessen veel meer variëren, dan wanneer je gebruik maakt van de grammatica-vertaalmethode, de meest gebruikte didactiek die in Nederland onderwezen wordt. Met de grammatica-vertaalmethode leer je grammaticaal analyseren. Dat is een heel onnatuurlijke methode om een taal te leren.”
“Het spreken van Latijn is een middel om uiteindelijk de Latijnse teksten beter te begrijpen en direct van links naar rechts te kunnen lezen.”
“Door het Latijn regelmatig te horen en lezen, leer je de taal begrijpen in de taal zelf en kan je de verbogen vormen, ook zonder dat je daar al de terminologie van kent, een plaats geven en snap je de betekenis van een zin of tekst. Latijn zelf is geen ingewikkelde taal: door de terminologie en alles wat er om het Latijn heen komt, wordt het Latijn zo moeilijk gemaakt en dat is niet nodig. Ook de naamvallen vormen helemaal geen belemmering – moderne talen als het Russisch en het Fins kennen er nog meer. Het Latijn lijkt moeilijk, omdat we met de grammatica-vertaalmethode en veel jargon alle elementen (grammatica, betekenis, syntaxis) van elkaar loskoppelen en apart benoemen. Op die manier gaan we volledig voorbij aan het natuurlijke vermogen van elk mens om een taal te leren.”
Hoe ziet een les bij jou er dan uit?
“Tijdens mijn lessen spreek ik niet continu Latijn, maar alleen waar dat een toegevoegde waarde heeft. Verder maakt het concreet laten zien, visualisatie een zeer belangrijk onderdeel uit van mijn didactiek. Alle nieuwe stof die ik aanbied, hang ik op aan kennis die ze al hebben, beeld ik uit of visualiseer ik aan de hand van een tekening, plaatje of filmpje. Op die manier leer ik mijn leerlingen een grammaticaal concept of nieuwe woorden begrijpen in context. Alles komt in hapklare brokken, wat overigens niet afdoet aan het niveau van de les. Termen voor grammaticale verschijnselen (a.c.i., gerundivum, et cetera) behandel ik wel, maar pas nadat mijn leerlingen het verschijnsel geïnternaliseerd hebben.
Overigens geef ik ook proeflessen (met bijscholing) op middelbare scholen, dus wie wil zien hoe een les ingevuld kan worden, kan vragen of ik langs kom.”
Wat is volgens jou dan wel een natuurlijke manier om een taal te spreken?
“Een taal is een complex systeem van elementen, zoals het vocabulaire en de syntaxis; elke taal is eigenlijk te ingewikkeld om op een grammaticale, analytische manier te leren. Zo hebben wij immers het Nederlands ook niet geleerd: van nature hebben wij in de wieg al geleerd hoe een zin opgebouwd wordt, welke bouwstenen een zin heeft en welke patronen erin zitten, allemaal door te luisteren naar anderen. Deze onbewuste taalverwerving kan ook met Latijn: door de taal te horen, op eenvoudige vragen antwoord te geven, raakt de leerling vertrouwd met de taal en leert de morfologie en de syntaxis op juiste wijze toe te passen.”
“Taal is te ingewikkeld om op een grammaticale, analytische manier te leren.”
Is het dan de bedoeling dat onze leerlingen leren wat een auto en een vliegtuig in het Latijn zijn? Moet een leerling over hedendaagse zaken gaan communiceren om het Latijn machtig te worden?
“Wat mij betreft niet: waar het mij om gaat is dat leerlingen met het vocabulaire en opgebouwde kennis van de syntaxis de authentieke teksten beter kunnen lezen en begrijpen. Neologismen als ‘aeroplanum’ hebben geen toegevoegde waarde met betrekking tot het lezen en vertalen van teksten van de klassieke auteurs, die schreven namelijk niet over vliegtuigen. Door met onze woorden aan te sluiten bij het vocabulaire van de literaire, Latijnse traditie kun je ‘levend’ of gesproken Latijn inzetten als krachtig didactisch middel, een absolute verrijking van je lessen. Hierin hebben docenten klassieke talen een voordeel ten opzichte van hun collega’s moderne vreemde talen, want ook al leer je een leerling perfect Engels, hij of zij zal geschreven teksten van een paar eeuwen terug niet gemakkelijk kunnen lezen, omdat de taal in de tussentijd te veel veranderd is. Latijn is dood en verandert dus niet.”
Kritiek op jouw manier van aanpak zou kunnen zijn dat het Latijn in jouw lessen verworden is tot een moderne vreemde taal. Wat vind je daarvan?
“Als docent klassieke talen heb je het voordeel van beide werelden: je kunt leertechnieken en didactische middelen van moderne vreemde talen net zo goed inzetten bij een ‘dode’ taal, en tegelijkertijd hebben de leerlingen –in tegenstelling tot bij moderne vreemde talen– het voordeel dat ze alleen de vaardigheden ‘lezen’ en ‘vertalen’ hoeven op te doen. Als jij je leerlingen de taal op een natuurlijke manier leert begrijpen en lezen, kun je veel sneller teksten behandelen. Daarmee til je het Latijn naar een veel hoger plan, waardoor je meer van de klassieke literatuur kunt behandelen tijdens hun schoolcarrière. Daarmee geef je de leerlingen die nu maar een fractie vertalen van de klassieke literatuur, meer bagage mee. Bovendien begrijpen leerlingen vaak niet eens wat ze nou vertaald hebben. Ze maken zinnetjes in tenenkrommend Nederlands en proberen de Latijnse tekst te begrijpen door hun kromme vertaling te lezen. Dat moet natuurlijk andersom: eerst begrijpen, dan vertalen!
Door Latijn via een natuurlijke lesmethode toegankelijker te maken, kunnen we volgens mij oplossingen vinden voor heel wat knelpunten die nu spelen in het voortgezet onderwijs, zoals de tegenvallende examenresultaten.”
“Door de klassieke talen krijg je een sleutel in handen gedrukt die voor jou een weg naar onschatbare kennis blootlegt. Het verrijkt je leven!”
Wat is voor jou de meerwaarde van de klassieke talen ten opzichte van moderne vreemde talen?
“In feite wordt de meerwaarde al bewezen door het feit dat men in alle kunstvormen voortdurend teruggrijpt op de klassieke oudheid. Ook de hoeveelheid films die geproduceerd worden over de oudheid is nog altijd groot. Verder vind ik de plaats van Grieks en Latijn binnen de etymologie zeer interessant en belangrijk: hoeveel woorden zijn er niet in het Nederlands of de andere moderne vreemde talen afgeleid van het Latijn? Geweldig toch, als je je realiseert dat vitrage via het Frans afkomstig is van het Latijnse woord vitrum (glas)? Door de klassieke talen krijg je een sleutel in handen gedrukt die voor jou een weg naar onschatbare kennis blootlegt. Het verrijkt je leven!”
Casper Porton is oprichter van Addisco Onderwijs, een instituut voor klassieke talenonderwijs in Hilversum. Tussen 2009 en 2014 was hij ook werkzaam als docent Latijn op de Kees Boekeschool in Bilthoven.
Addisco Onderwijs is een cursusinstituut over de Griekse en Latijnse taal en cultuur, waar iedereen – ongeacht leeftijd of opleidingsniveau – Grieks en Latijn kan leren. Speciaal voor docenten en studenten is er een uitgebreid na- en bijscholingsaanbod. In augustus is er ook nog een zomerschool (gesproken) Latijn. Meer informatie en aanmelding: Addisco.nl.
VCN Bulletin (tijdschrift van de Vereniging Classici Nederland) – Najaar 2014 – Jaargang 39 (Nr. 157)
Reacties